Het verdwijnen van kanker: “In de geschiedenis verdringt de ene ziekte de andere”

La Croix: Zijn zulke ernstige ziektes als kanker in de loop van de geschiedenis verdwenen?
Stanis Perez: Dat is gebeurd, ja. In de Middeleeuwen had je bijvoorbeeld de Zwarte Dood, die, na in de 14e eeuw een verschrikkelijke ravage te hebben aangericht, geleidelijk afnam tot de laatste grote epidemie in 1720. Maar wat de geschiedenis ook laat zien, is dat de ene ziekte de andere verdringt. Dit brengt ons bij het begrip pathocenose, dat eind jaren zestig werd ontwikkeld door Mirko Grmek, een groot historicus van de geneeskunde die nog steeds zeer gerespecteerd wordt. Tijdens zijn werk aan de geschiedenis van ziekten realiseerde hij zich dat er een soort natuurlijk evenwicht bestond tussen belangrijke ziekten, of ze nu viraal of bacterieel waren. De pest, lepra, syfilis, pokken, tuberculose, cholera... De drie grootste plagen veranderen van tijdperk tot tijdperk, maar wanneer de ene de overhand krijgt, trekt de andere zich terug. Zit hier een logica achter? Dat is moeilijk te zeggen, maar het gaat terug op een heel algemeen en belangrijk idee, namelijk dat de natuur zichzelf reguleert en dat verschillende levensvormen – en ziektes zijn er daar één van, ook al gaan ze dood – krachten zijn die elkaar in evenwicht houden.
La Croıx